Don’t shoot the pianoplayer

Het Srebrenica kunstwerk van Kerkvoorde, Don’t shoot the pianoplayer (2013), verwijst naar de val van Srebrenica en de rol van Dutchbat. In drie vergulde handscheppen, geplaatst op een zilveren voet, wordt machteloosheid tastbaar gemaakt. Deze installatiekunst verbindt ritueel, schuld en herinnering, en markeert een sleutelmoment in Van Kerkvoorde’s onderzoek naar moraal en collectief geheugen.

In Flanders Fields

Dit werk maakt deel uit van een langlopend project waarin ik de Europese crisis onderzoek vanuit historische en politieke parallellen. Begrippen als gelijktijdigheid, onvermijdelijkheid en keuze vormen de kern. Vanuit de financiële en Oekraïne-crisis kijk ik terug naar de zomer van 1914, waarin Europa via diplomatiek falen afgleed naar de Eerste Wereldoorlog. Twee schilderijen, gepresenteerd op speciaal ontworpen behang met klaprozen en veldnamen rond Ieper, tonen een Engelse en een Duitse soldaat: Anthony Eden en Adolf Hitler. Beiden vochten mogelijk tegelijk aan het front, ontmoetten elkaar later als staatsman, en zagen hun rijk uiteenvallen. De installatie verbindt verleden en heden, en stelt de vraag: herhaalt de geschiedenis zich?

Die Macher

Die Macher is een monumentale installatie van acht portretten op een losstaande wand van 13 meter lang en 2,4 meter hoog, bekleed met behang. Het werk toont twee iconen van de macht: één schilderij van de jonge Stalin en zeven van Churchill in zijn vormende jaren. Beide leiders dragen als adolescent een belofte in zich — van goed of kwaad, hoop of destructie. De installatie onderzoekt thema’s als macht, leiderschap, verlangen en krankzinnigheid, en is geïnspireerd op de leiderschapscrisis in actuele media en het boek De geest van despotisme van Manfred Kets de Vries. De serie verwijst iconografisch naar De Krankzinnigen van Jan van Herwijnen.

Het Paradijs

De tentoonstelling Memorial Images in het Centrum voor Beeldende Kunst Alphen aan den Rijn stelde de vraag hoe je herdenkt terwijl de ellende voortduurt. Mijn installatie Het Paradijs borduurde voort op Dein Schweigen Fass ich en werd mede geïnspireerd door een foto uit 1974 van het conflict op Cyprus: een dode soldaat, opgezwollen, bekeken met afschuw. De installatie spoelt de tijd terug: we zien de soldaat in zijn ochtendritueel – kleden, wassen, eten – vlak voor zijn dood. Zijn intieme handelingen worden geconfronteerd met het onafgebroken mediabombardement van geweld. Zo wordt oorlog teruggebracht tot menselijke proporties en blijft de centrale vraag staan: hoe herdenk je als het geweld nooit ophoudt?

Playtime

Op 13 mei 2000, de dag van de vuurwerkramp in Enschede, nam ik deel aan de kunstmanifestatie Te mooi om waar te zijn in het stroomgebied van de Dommel. Ik koos een idyllische plek en plaatste er een installatie: een fragment van een voetbalveld met kalklijnen, doel en een aannemersbord dat Schiphol Plaza aankondigde als toekomstig project. Het werk verbeeldt de dreiging van stedelijke uitbreiding. Voetbalvelden markeren in mijn werk de grens tussen landschap en bebouwing. Hoe lang blijft het groen nog groen?

Der Tempo Mann

Der Tempo Mann omvat een installatie, een muurschildering en een serie schilderijen over rust en overbelasting. De titel verwijst naar een krantenkop uit de BILD-Zeitung over een snelheidsduivel die dodelijk verongelukte en in de media driemaal werd geëxploiteerd: als activist, als slachtoffer en als morele waarschuwing. In contrast daarmee toon ik rustgevende, persoonlijke gebaren — uitrekken, ogen wrijven, een voetmassage. Bewegingsmomenten die troost bieden in een wereld waarin prestatiedwang en jachtigheid domineren. Het werk stelt de vraag: hoe vinden we rust in een cultuur die ons voortdurend opjaagt?

The Silence

Deze videoinstallatie, o.a. getoond bij Arti et Amicitiae en Fort bij Asperen, legt een confronterende link tussen de oorlogsmisdaden in voormalig Joegoslavië en de Tweede Wereldoorlog. Centraal staat Arkan, leider van de beruchte Arkan Tigers, verantwoordelijk voor etnische zuiveringen. In een BBC-interview uit 1993 zegt hij: “Het kan me geen moer schelen dat ze me De Verschrikkelijke noemen.” De beelden worden begeleid door de openingsakte van Rienzi, Hitlers favoriete opera. Het werk toont hoe geweld, propaganda en ontmenselijking een terugkerend patroon vormen in de Europese geschiedenis.

Dein Schweigen fass ich

Deze installatie, gemaakt voor de manifestatie Ik heb geen zoon om mijn gedachtenis levend te houden in Kortenhoef, onderzoekt het moment waarop het lot onomkeerbaar wordt. Bezoekers betraden via een voetbalhek het werk en kozen — bewust of onbewust — de rol van dader of slachtoffer. De tekst op het hek verwees naar een zelfmoordaanslag in Jeruzalem (25-2-96, buslijn 18). Binnen toonden schilderijen dader en slachtoffer onder de douche, en het interieur van de bus. De titel verwijst naar Wagner én naar de stilte na geweld: Dein Schweigen Fass ich. Een werk over keuze, schuld en onherroepelijkheid.

Er is ons eindelijk iets overkomen

Voor de kunstmanifestatie Doorbroken Lijn realiseerde ik een installatie op de Geniedijk in de Haarlemmermeer. De dijk werd aan weerszijden bedekt met zandzakken en overspannen door twee grote zeildoeken: aan de ene zijde een schildering van een familie, aan de andere soldaten. Het werk stelt vragen over strijd, herinnering en verantwoordelijkheid. Geïnspireerd door het Belgische oorlogsmonument De Dodengang verwijst het naar Srebrenica en de Nederlandse vredesmissie in Joegoslavië. In een tijd waarin oorlog als voltooid verleden werd beschouwd, wilde ik een visueel antwoord geven op de opmerking: ‘Hoe kun je werk maken over oorlog als je het zelf niet hebt meegemaakt?’

Een genoeglijk gemis

Deze installatie, getoond op de tentoonstelling Tracing Places in Haarlem, bestaat uit vijftien tekeningen op veldezels die samen een persoonlijke geschiedenis vormen. Van een weggetje in Polen aan het begin van WOII tot Hannie Schaft in de duinen, van Napoleon bij Austerlitz tot Mulisch en Sartre in Parijs: historische feiten vermengen zich met verbeelding. Ook de vlucht van Anthony Fokker boven Haarlem wordt bevraagd als gemanipuleerd beeld. De titel Een genoeglijk gemis verwoordt het verlangen deel uit te maken van geschiedenis. Niet als objectieve reconstructie, maar als visuele canon: mijn waarheid, mijn blik, mijn samenhang.