“Ben je de taken van een burger kwijt? Vervul die van een mens” – Seneca

“Ben je de taken van een burger kwijt? Vervul die van een mens” – Seneca

“Ben je de taken van een burger kwijt? Vervul die van een mens” – Seneca

Moed! mijn soldaat

Kunstproject Stelling van Amsterdam | versterking aanwezigheid van het werelderfgoed rond het NS station Hoofddorp

probleemstelling | inhoudelijke toelichting | visuele documentatie

De Stelling van Amsterdam, aangelegd tussen 1880 en 1920, kan gezien worden als het resultaat van voorbereiding en planning. Het kunstwerk ‘Moed! Mijn Soldaat’ haakt in op de voortdurende voorbereiding op oorlog, zonder dat we ons daar echt bewust van zijn. We zijn bereid om verschillende scenario’s te overdenken, waarbij grote inspanningen en investeringen in materieel worden gedaan.

Tijdens de voorbereiding op de realisatie van dit kunstwerk brak de verwoestende oorlog in Oekraïne uit. Een schok ging door Europa, en een schrijnend drama ontvouwde zich voor onze ogen. Het is pijnlijk om te zien hoe anderen verstrikt raakten in een grimmige dans met gevaar, terwijl ik mezelf op een veilige plek bevind.

Net zoals op de Stelling van Amsterdam reiken wij de soldaten in Oekraïne wapens aan in deze confrontatie met het noodlot, terwijl wij onszelf sparen en zij hun leven wagen. Dit pijnlijke besef van de tragische werkelijkheid brengt gevoelens van schuld en verwarring met zich mee.

De titel luidt: ‘Moed!…’, en jij…, mijn soldaat, jij mag voor mij de kastanjes uit het vuur halen.

Thematiek

 

In dit kunstwerk laat ik thema’s als tragiek, moraal, verantwoordelijkheid en actualiteit samenvloeien in een gelaagd verhaal.

De soldaat toont durf, maar de tragiek wil dat zijn handelen tot de dood kan leiden. In de rauwe actualiteit vinden we het dilemma: we verschaffen wapens terwijl ik me op een veilige plek bevind? Ik voel me schuldig en verward.

De compositie

Wanneer je het kunstwerk bekijkt, ontvouwen zich 25 zelfstandige kunstwerken die met elkaar verweven zijn tot één geheel. Wandel langzaam en aandachtig langs de werken en laat je meevoeren. Gun jezelf de tijd om te vertragen, te kijken en te ontdekken. Elk van de 25 werken heeft zijn eigen verhaal, en samen creëren ze een unieke ervaring.

Hoewel de afbeeldingen in dit kunstwerk zorgvuldig zijn geplaatst, is er geen chronologische volgorde. Je kunt het werk ‘lezen’ als een beeldverhaal, maar begin waar je wilt en laat je leiden door je intuïtie. De volgorde waarin je de afbeeldingen beleeft is aan jou.

Iconografie speelt een cruciale rol in de kunstpraktijk. Het stelt in staat om diepere lagen van betekenis in het werk te integreren, die verder gaan dan wat puur visueel waarneembaar is. In deze toelichting diep ik deze verborgen betekenissen uit, licht ze toe en voorzie ze waar nodig van een context.

De begrippen die ik in deze toelichting bespreek, corresponderen met de titels van de verschillende werken. Door deze toelichting te lezen, hoop ik je een waardevollere en completere kijk te geven op mijn werk en de intenties die erachter schuilgaan.

‘Derrie, flodder, krot, moor, slik, smurrie’

Dit kunstwerk is een directe reactie op de opdracht om het verborgen verdedigingswerk van de Stelling van Amsterdam beter zichtbaar te maken. Het reflecteert op de spanning tussen de historische context van de plek en de hedendaagse realiteit.

Aan de ene kant zien we de druk van de moderne ontwikkeling: kantorenparken, distributiecentra en de vormgeving van een nieuw stadshart. Aan de andere kant is er het open polderlandschap, dat grotendeels is verdwenen. Het kunstwerk haalt inspiratie uit deze contrasten en schetst een gelaagd beeld van een plek in transitie.

Wie de Westhoek van België bezoekt, zal versteld staan van de gelijkenis tussen het open landschap rond de IJzer en het verdwenen polderlandschap rond de Stelling van Amsterdam. In beide gebieden zien we een vlakke, waterrijke omgeving die een belangrijke rol speelde in de verdediging van het land.

In 1914, na de val van Antwerpen, openden de Belgen de zeesluis van Nieuwpoort. Het land rond de IJzer, van nature een veenrivier, werd geïnundeerd. Deze geïmproviseerde waterlinie bleek een onneembare barrière voor de Duitse opmars. Ondanks de afwezigheid van forten en versterkingen zoals in de Stelling van Amsterdam, hielden de Belgen tijdens de hele eerste wereldoorlog stand.

Deze onverwachte parallel tussen de IJzer en de Stelling van Amsterdam toont de kracht van water als verdedigingsmiddel. Het nodigt ons uit om na te denken over de wisselwerking tussen mens en landschap, en de blijvende sporen van conflicten op onze omgeving.

Het ontwerpen van de complexe structuur van een waterlinie is geen eenvoudige taak. Het vergt een scherp intellect en vindingrijkheid, eigenschappen die perfect worden belichaamd door de vos. In dit kunstwerk symboliseert de vos daarom de sluwheid en intelligentie die essentieel waren bij het bedenken van dit ingenieuze verdedigingssysteem. Toch is een zekere nuance hier op zijn plaats.

“En toen kwam het vliegtuig

Wie maakt er niet lacherig opmerkingen over al die bunkers die “helemaal voor niets” zijn gebouwd? De Stelling van Amsterdam was een kostbaar project en zou na de komst van vliegtuigen totaal overbodig worden. 1Kijk, daar zien we een ezel!2

Hij lijkt een domoor, maar hij vertegenwoordigt het gerucht, het gepraat, het gemurmel, het geroddel. Hij bekritiseert de oppervlakkigheid en de beperkingen van het praten en onderstreept het belang van luisteren, het tonen van begrip en nuance.

Bij een inundatie moet je geen woeste golven en bulderende modderstromen voorstellen, maar eerder een sfeer van zorgvuldigheid en bedachtzaamheid. Het motief van golven, water en regen is een centraal element dat terugkomt in het kunstwerk. Tijdens een inundatie, wanneer het water langzaam binnendringt en alles bedekt en besmet, dringt de kou door en komt alles tot stilstand.

In het kunstwerk zien we soldaten te voet en op de fiets. De fiets, die eind negentiende eeuw zijn opmars begon, verdrong al snel het paard en maakte de voetsoldaat mobieler.

De waterlinie dwingt de aanvaller om te kiezen voor routes die de verdediger gunstig uitkomen. Een slechte route, waar nauwelijks van kan worden afgeweken, maakt de aanvaller kwetsbaar. Denk aan de Russische colonne die ten noorden van Kiev vast kwam te staan. Ze moesten zich schielijk terugtrekken.

De waterlinie is moeilijk te doordringen. Bunkers, schuilplaatsen, kazematten en opslagruimtes vormen een complex verdedigingsnetwerk. De exacte functie van elk element is niet iedereen altijd duidelijk, maar de gezamenlijke kracht is onmiskenbaar.

Na 1920 leek de Stelling van Amsterdam voltooid, maar schijn bedriegt. De Koude Oorlog bracht nieuwe dreigingen met zich mee, en de Stelling paste zich aan in de tijd.

Luchtwachttorens verrezen op strategische punten, hun scherpe ogen gericht op het luchtruim, op zoek naar Russische vliegtuigen. In de jaren vijftig waren deze uitkijkposten een vertrouwd beeld in het landschap, maar de technologie bleef zich ontwikkelen. Radar deed zijn intrede, en ook de luchtwachttorens werden overbodig. Ook zij werden ontmanteld en verdwenen grotendeels uit het landschap, als stille getuigen van een gepasseerde tijd.

“Wat nu wat nu, zei Pichegru”

Toen het leger van de Franse generaal Jean-Charles Pichegru in het najaar van 1794 bij het Hollands Diep arriveerde, en daar een onneembare verdedigingslinie aantrof, fluisterde hij verstoord: “Wat nu? Die woorden vatten de kracht van waterlinies perfect samen: een effectieve barrière, totdat de vorst toeslaat. 

In de ijzige winter voor de Tweede Wereldoorlog trokken soldaten erop uit. Schaatsend op bevroren wateren, oefenden ze in ijzige landschappen. Schaatspatrouilles werden gevormd, razendsnel en perfect voor verrassingsaanvallen.

Het ijs kon vijanden vertragen, maar voor de geoefende soldaat was het een pad naar onverwachte overwinning. Zoals de Franse troepen in 1795, die over bevroren rivieren marcheerden en Amsterdam innamen.

“Op een dag loopt hij weer je leven in” 

We zien een soldaat met kind. ‘Coming home’ is een buitengewoon populair onderwerp op YouTube, waarin militairen hun geliefden verrassen bij thuiskomst. Vooral in de VS, met zijn traditie van buitenlandse militaire avonturen, een gewild genre.

 

Het zijn veelal jonge mannen die als soldaat worden gezonden. Vrijwel niemand kan zich van tevoren een werkelijk beeld vormen van wat zo’n avontuur betekend. Generaal Pétain zag hoe onschuldige jongens die voor de eerste keer de ‘oven van Verdun’ ingingen zich heel luchthartig en onverschillig voordeden. Als de overlevenden er weer uitkwamen leek hun gezichtsuitdrukking wel ‘bevroren door een visioen van verschrikking’.

En dan rest ons het kanon en de explosie, het onverwachte en dat wat het meest gevreesd wordt. We zien een schreeuw, fietsers wankelen en vallen. Wat overblijft is de kwetsbaarheid, en moed. We wensen de soldaat veel succes, ‘bon courage’.