Deze kunstwerken, tentoonstellingen en projecten zijn losjes verbonden door een gemeenschappelijk uitgangspunt. Als oud-dienstweigeraar én al jarenlang betrokken bij een van de forten van de Stelling van Amsterdam, beweeg ik mij met mijn werk op de grens van het politieke, historische en militaire. Altijd met verwondering, met een licht kritische blik en oog voor detail. Mijn grote belangstelling voor erfgoed en geschiedenis vormt daarbij de basis, maar zonder te vervallen in pamflettisme of activisme. Liever nodig ik uit tot kijken, denken en opnieuw waarnemen.
Kunst herinnert, verbindt en confronteert. In mijn werk onderzoek ik de kracht van beeld in relatie tot geschiedenis, landschap en samenleving. Erfgoed en actualiteit komen samen in een persoonlijke beeldtaal, zoals in Moed! Mijn Soldaat op station Hoofddorp. Dit werk legt de link tussen historische verdediging en hedendaags conflict, en bevraagt onze veilige positie tegenover de moed van anderen.
Na de samenwerking met Fort bij Asperen tijdens de kunstmanifestatie Gimme Shelter (2015), was het plan dat ik in 2018 een tentoonstelling zou organiseren op het fort. Toen Stichting Kunstfort Asperen eind 2017 aankondigde te stoppen, dreigde het einde van dertig jaar kunsttentoonstellingen. Op verzoek van Staatsbosbeheer nam ik vanaf 2018 de verantwoordelijkheid voor de openstelling en programmering van het fort. Mijn taak was het begeleiden van het overgangsproces naar een nieuwe, structurele exploitatie – met bijzondere aandacht voor het culturele profiel én de horeca. In juli 2020 werd FortEvents als nieuwe exploitant aangesteld. Eind september 2020 droeg ik mijn taken officieel over.
Wie kijkt er niet met fascinatie naar de manier waarop Donald Trump zich presenteert? Zijn dominante aanwezigheid in nieuws en cultuur maakt het moeilijk om zijn complexe persoonlijkheid volledig te doorgronden. In deze installatie is daarom gekozen voor een scenografie met vier ruimtes, nissen en gedempt licht — een fysieke vertaling van de gelaagdheid, theatrale kracht en de schaduwzijden van zijn publieke optreden.
Als fietser reisde ik vaak door Frankrijk, waar je onderweg onvermijdelijk geconfronteerd wordt met sporen van het verleden. Bij een verlaten loopgraaf uit de Eerste Wereldoorlog dacht ik niet alleen aan de doden, maar vooral aan de overlevenden. Wat gebeurde er met hen? Winnaars, verliezers, parallelle levens — in licht en in donker. Kan de verliezer alleen overleven in het duister? En wat als het anders was gelopen?
2018 was een kanteljaar voor Fort bij Asperen. Na het verdwijnen van Stichting Kunstfort Asperen troffen we een verweesd fort aan met een gefrustreerde vrijwilligersgroep en een stilgevallen horecabedrijf. Onder het motto ‘wat kan dat kan’ werd met een zakelijke lening en beperkt budget een nieuw tentoonstellingsseizoen opgezet. Vrijwilligers werden opnieuw betrokken, De Taveerne heropgestart en het fort klaargemaakt voor kunst. De contacten met gemeente, provincie en fondsen zijn hersteld, en het jaar opende met ruimtelijk werk van Dik Box.
Dit werk verbeeldt de onomkeerbaarheid van gebeurtenissen, de persoonlijke beleving en de kracht van keuze. In De Wassing staan mannen onder de douche, in een badruimte, reinigend voor of na de dag. Het moment onder de douche voelt als een cocon — een tijdelijke ontsnapping aan de wereld. De crisis verdwijnt even. Water spoelt de zorgen weg: reiniging, zuivering, naaktheid en stilte smelten samen in een beeld van kwetsbaarheid en hernieuwde kracht.
Dit werk verwijst naar het drama van Srebrenica op 11 juli 1995, waar na de val van de stad duizenden moslimjongens en -mannen werden gedeporteerd en vermoord onder het oog van de internationale gemeenschap. De titel verwijst naar de woorden van Dutchbat-commandant Karremans: “Ik ben een pianist. Niet schieten op de pianist.” Het werk bestaat uit handscheppen met bladgoud en zilver, geïnspireerd op liturgisch vaatwerk. In de holte van de schep is een miniatuurschildering te zien van vredessoldaten die graven in de zilveren voet — een verwijzing naar het dal van Srebrenica, de historische zilverstad. Dit werk werd gepresenteerd in drie monumentale vitrines tijdens de tentoonstelling Fiat Lux in 2013, in de Grote of St. Bavokerk en De Vishal te Haarlem.
Dit werk maakt deel uit van een langlopend project waarin ik de Europese crisis onderzoek vanuit historische en politieke parallellen. Begrippen als gelijktijdigheid, onvermijdelijkheid en keuze vormen de kern. Vanuit de financiële en Oekraïne-crisis kijk ik terug naar de zomer van 1914, waarin Europa via diplomatiek falen afgleed naar de Eerste Wereldoorlog. Twee schilderijen, gepresenteerd op speciaal ontworpen behang met klaprozen en veldnamen rond Ieper, tonen een Engelse en een Duitse soldaat: Anthony Eden en Adolf Hitler. Beiden vochten mogelijk tegelijk aan het front, ontmoetten elkaar later als staatsman, en zagen hun rijk uiteenvallen. De installatie verbindt verleden en heden, en stelt de vraag: herhaalt de geschiedenis zich?
De tentoonstelling verbeeldde de groeiende maatschappelijke angst sinds 2001, zichtbaar in de opkomst van de SUV als symbool van bescherming, controle en het ‘dikke ik’. De auto werd een mobiel pantser, een antwoord op onzekerheid in de openbare ruimte. Tegelijk heerst er angst op de weg: net Nederland binnen, vanaf de Duitse autobahn, word je direct geconfronteerd met gehaast en agressief rijgedrag. Welcome to Holland?
De tentoonstelling Memorial Images in het Centrum voor Beeldende Kunst Alphen aan den Rijn stelde de vraag hoe je herdenkt terwijl de ellende voortduurt. Mijn installatie Het Paradijs borduurde voort op Dein Schweigen Fass ich en werd mede geïnspireerd door een foto uit 1974 van het conflict op Cyprus: een dode soldaat, opgezwollen, bekeken met afschuw. De installatie spoelt de tijd terug: we zien de soldaat in zijn ochtendritueel – kleden, wassen, eten – vlak voor zijn dood. Zijn intieme handelingen worden geconfronteerd met het onafgebroken mediabombardement van geweld. Zo wordt oorlog teruggebracht tot menselijke proporties en blijft de centrale vraag staan: hoe herdenk je als het geweld nooit ophoudt?